Doesburg was al in de Middeleeuwen een versterkte stad, met stadsmuren en stadspoorten. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog waren die muren niet meer voldoende om de stad te beschermen. Na de uitvinding van het buskruit konden ze met zware kogels worden vernield.
‘Een moeilijk te veroveren zigzaglijn
Vanaf 1607 werd Doesburg versterkt met aarden wallen. Die waren beter bestand tegen kanonskogels. Holland, Zeeland en Utrecht hielden de oorlog liever op afstand en bouwden daarom vestingen in Brabant, Gelderland en Drenthe. Doesburg werd onderdeel van de IJssellinie.
Aan het begin van de achttiende eeuw ontwierp vestingbouwer Menno van Coehoorn een nieuwe vesting, met bastions in een moeilijk te veroveren zigzaglijn. Hij maakte ook gebruik van het onder water zetten van land, een typisch Nederlandse techniek. Van Coehoorns Hoge en Lage Linies vormen nu een mooi natuurgebied.
Meer weten? Kom naar Bezoekerscentrum Doesburg Vertelt.